Vorige zomer stelde gemeenteraadslid Silke Van Vaerenbergh (CD&V) voor om het concept van de fietsbus te introduceren in onze stad en/of deelgemeenten. De fietsbus is een soort grote go-cart, lijkend op een busje, waarmee kinderen samen naar hun school in de buurt kunnen trappen. Het concept is niet nieuw. In Nederland en Duitsland is het uiterst populair. In België werd er reeds een proefproject uitgevoerd in Leuven door Mobiel21. Het concept werd deze week verder opgenomen in de Commissie Mobiliteit. Hoewel het enthousiasme groot is, vormt het financiële plaatje nog een voorlopig struikelblok. Met de nodige subsidies of geschikte partner zit een mogelijk proefproject er wel in.
Er zijn tal van voordelen verbonden aan de fietsbus. Het is goed voor het milieu en verhoogt de leefbaarheid in de omgeving. Kinderen leren kiezen voor duurzame verplaatsingen en bewegen meer. Je krijgt meer fietsers op de baan in plaats van meer auto’s. Bovendien verhoogt het de sociale gelijkheid en gelijke kansen tussen kinderen. De tijdsbesparing voor ouders ’s ochtends is ook een niet te onderschatten voordeel. De fietsbus kan ook ingezet worden om schooluitstapjes te doen in de buurt, of voor naschoolse activiteiten. Een uitleendienst kan hier ook aan gekoppeld worden. “Ik heb dit concept vorige zomer toegelicht in de Commissie Mobiliteit, maar het zou evengoed kunnen passen binnen Leefmilieu, meer bepaald in het Klimaatactieplan. Deze week werd de draad terug opgepikt in de Commissie Mobiliteit en werd de analyse gepresenteerd vanuit de stadsdienst over hoe het project in Leuven tot stand gekomen is. De voornaamste conclusies waren onder meer dat het wel degelijk veilige en handige vervoersmiddelen zijn voor kinderen in een stedelijke, drukke verkeersomgeving, dat de fietsbus mensen met elkaar in contact brengt en dat het projectidee perfect kadert in een samenleving die wil inzetten op klimaatneutraliteit. Een heikel punt is echter het kostenplaatje. In Leuven werd hiervoor ruim 23.000 euro voorzien via subsidies vanuit stedenbeleid. Daarom heb ik nu gevraagd onderzoek te doen naar mogelijke subsidies vanuit bijvoorbeeld de provincie of het stedenbeleid. Een andere mogelijke oplossing is het vinden van een partner die zou willen meestappen in dit verhaal,” besluit Van Vaerenbergh.