Auteur: silke
Zet de stad in op meer verkeersveiligheid op de Brusselbaan?
Nu de werken op de Brusselbaan zo goed als afgerond zijn, had ik – samen met vele jonge ouders met kinderen, mensen jong en ouder die het openbaar vervoer nemen, wandelaars, enzovoort – verwacht dat er voetoversteekplaatsen zouden aangelegd worden. Dit in het kader van de veiligheid van de zwakkere weggebruikers. In feite de situatie hoe het was voordat de Brusselbaan vernieuwd werd, namelijk mét voetoversteekplaatsen.
Vanuit het Agentschap Wegen en Verkeer kreeg ik volgend antwoord onder ogen:
“Tijdens de voorstudie van het project N9 Brusselse Steenweg te Aalst werd door de projectauditor van de Provinciale Auditcommissie Oost-Vlaanderen geadviseerd om géén voetoversteekplaatsen te voorzien
De auditor stelt dat op dit type weg (voorrangsweg), oversteekplaatsen conflicten en onveiligheid uitlokken. Hij stelt dat in het nieuwe ontwerp de oversteekbaarheid (zonder markering van voetoversteekplaatsen) sterk verbeterd wordt.
Rekening houdende met de bemerkingen en het advies van de projectauditor, zijn in het deel Brusselse Steenweg tussen Hogeweg én de grens met Affligem géén voetoversteekplaatsen voorzien, zoals er in het verleden ook in het deel tussen de Albrechtlaan en de Hogeweg géén werden aangebracht.
Mocht in de toekomst uit voortschrijdend inzicht alsnog nood blijken aan voetoversteekplaatsen, zal dit door het lokaal bestuur (stad Aalst) voorgelegd dienen te worden aan de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid.”
De auditor zou een punt gehad hebben mocht de maximumsnelheid op de N9 de normale 70 of 90 km/u geweest zijn. Nu is die, om diezelfde vermeende veiligheid, gedwongen gezakt tot 50 km/u. Logischerwijze passen zebrapaden dus wél in die veiligheidsoptiek, toch?
Dat voortschrijdend inzicht is ook maar een vreemde stelling. Zo lijkt het dat er eerst ongevallen moeten gebeuren voor er iets aangepast wordt.
Het zou toch ook maar logisch zijn om toch minstens aan bushaltes wel zebrapaden te voorzien?
Bovendien redeneren automobilisten dat wanneer er geen zebrapaden zijn, zij amper reden zien om af te remmen en mensen te laten oversteken. Het is toch beter om mensen te laten oversteken op een “afgebakend” gebied dan op eender welke plek op de drukke Brusselbaan?
De vraag werd door raadslid Silke Van Vaerenbergh tijdens de gemeenteraad (28/02) nogmaals expliciet gesteld aan schepen De Gucht om in overleg te gaan met AWV, en de vraag tot de inrichting van voetoversteekplaatsen op de Brusselbaan effectief te stellen aan de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid. Op zijn minst op kritieke punten, zoals aan de verschillende bushaltes.
KRACHTEN BUNDELEN VOOR DE PAROCHIEZAAL IN EREMBODEGEM
‘Farys verhoogt prijs van drinkwater met 20 procent’: feit of fabel?
‘Farys verhoogt prijs van drinkwater met 20 procent’
En de incorrecte rol van de media in het drinkwaterverhaal
Vanavond werd er tijdens de gemeenteraad een vraag gesteld door collega Van Nieuwenhove omtrent de tarifering van drinkwater door Farys. Helaas ‘mocht’ ik niet repliceren, omdat ik geen lid ben van het CBS. Daarom stemde ik – als bestuurder in de Raad van Bestuur bij Farys – af met burgemeester Christoph D’Haese, die raadslid Van Nieuwenhove van antwoord diende.
De media speelde haar rol in dit verhaal niet correct. Want zelfs de ombudsvrouw van De Standaard kopte ‘Het kan net zo goed meteen juist zijn’.
Voor de volledigheid:
- Er wordt in de media niet vermeld dat de (bijna) 20% verhoging enkel geldt over de gehele tariefperiode (dus in 2028 ten opzichte van 2022). En dat de verhoging TOT 20% kan oplopen, niet voor iedereen sowieso een verhoging MET 20%.
- Minstens in vergelijking met de energiefactuur zijn de verschillen in absolute eurobedragen op de jaarfactuur relatief beperkt
- Over de belangrijkste onderliggende kostenposten (noodzakelijk investeringen, algemene kostenevolutie) wordt doorgaans geen duiding gegeven.
Het dossier rond het tariefplan (2023 – 2028) werd door de Raad van Bestuur in augustus goedgekeurd, en ingediend bij de WaterRegulator. De beslissing van de WaterRegulater valt binnen de 90 dagen na de aanvraagdatum.
***
“TMVW is een financieel gezond publiek bedrijf en wil dat in de toekomst ook blijven om de leveringszekerheid van het drinkwater te blijven garanderen. Dit houdt onder meer in dat de bedrijfsvoering rekening houdt met de uitdagingen die op TMVW afkomen. De droogte van deze zomer drukt ons allemaal met onze neus op de feiten dat water een schaars goed is waar we zorgvuldig mee moeten omgaan. Toch is TMVW, samen met de overige Vlaamse waterbedrijven, er ook deze zomer in geslaagd om er voor te zorgen dat er water uit de kraan blijft komen. En dat is niet vanzelfsprekend. Hiervoor moet voortdurend worden geïnvesteerd om op de veranderende omstandigheden te kunnen anticiperen en ook in de toekomst te blijven instaan voor voldoende kwaliteitsvol drinkwater.
Om te kunnen investeren zijn financiële middelen nodig. Deze financiële middelen worden gegenereerd door de verkoop van drinkwater. Deze middelen volstaan vandaag echter niet om de noodzakelijke investeringen te kunnen financieren. Daarom dient TMVW tevens leningen aan te gaan. Dit is niet zonder gevolgen, want het drijft de schuldgraad op en doet de financiële kosten toenemen. TMVW streeft daarom naar een evenwichtige financieringsmix van eigen middelen en vreemde middelen. De reserves en winsten worden dan ook integraal ingezet om de toekomstige investeringen te financieren. Alle winsten blijven binnen de maatschappij en komen via de investeringen integraal ten goede van de klanten. Er worden dan ook geen dividenden uitgekeerd.
Tenslotte voor de goede orde: zonder meer stellen dat TMVW tarieven met 20% wenst te verhogen is onjuist. Het tariefpad dat TMVW ter goedkeuring voorlegt aan de WaterRegulator bestaat uit een aantal stappen in de loop van de hele betrokken tariefperiode. Enkel aan het einde hiervan, na 6 jaar, gaat het, in vergelijking met het huidige tarief, over een aangroei met 20%. Teneinde een en ander tastbaar te maken, wordt verwezen naar onderstaande tabel waarbij de marginale impact van het tariefplan op de integrale waterfactuur wordt geduid aan de hand van een aantal specifieke verbruiksprofielen.”