Communicatie 8 april 2022
LFPC HOORT NIET THUIS OP GATES-SITE

LFPC HOORT NIET THUIS OP GATES-SITE
Tijdens de graafwerken voor de Oosterweelverbinding in Antwerpen kwam aan het licht dat er te hoge PFOS-concentraties in de grond zitten. PFOS is een chemische stof die amper afbreekbaar is en tot de grote groep van PFAS-stoffen behoort. Maar het is ook giftig en kan op termijn leiden tot bijvoorbeeld kanker. Uit studies blijkt dat ook op andere plaatsen in Vlaanderen verhoogde PFOS-concentraties vastgesteld zijn, waaronder in onze Denderstreek. “In bijna driekwart van de meetpunten bedroeg de waarde meer dan honderd keer de grensnorm”, meldde de krant De Tijd. De hoogste PFOS-concentratie werd in de Dender gevonden, ver weg van 3M. Dat wijst dus op andere bronnen van vervuiling die nog niet in kaart gebracht zijn. Experts wijzen daarvoor naar oefenplaatsen van brandweerkazernes, stortplaatsen enzovoort.
Op de gemeenteraad van 30 juni kwam de PFOS-problematiek ter sprake. Silke Van Vaerenbergh (onafhankelijk) vroeg aan de burgemeester hoe de stad met dit nieuws omgaat. “Is er vandaag een reden tot bezorgdheid? Ik ga ervan uit dat vooral de Vlaamse Milieumaatschappij hier het onderzoek doet, maar welke rol spelen wij als stad hierin? Welke aanpak en instructies zullen er gehanteerd worden op stadsniveau? En wat zal er gebeuren, als er toch problemen blijken te zijn?”
Burgemeester D’Haese (N-VA) antwoordde dat de stad Aalst voor haar grondgebied de lijst met potentiële risicolocaties, aangeleverd door Vlaanderen, verder zal verfijnen. Er zijn locaties die risicovoller zijn dan andere, en voor die meest risicovolle locaties – gelinkt aan de brandweer – werd al contact opgenomen met de Hulpverleningszone Zuid Oost, met de vraag om informatie aan te leveren.
Indien uit de navraag bij de brandweer zou blijken dat er op Aalsters grondgebied fluorhoudend blusschuim werd gebruikt, of dat er gebieden zouden zijn waarop een zware industriële brand woedde en waar gebruik gemaakt werd van PFAS houdende blusschuimen, dan adviseert het Agentschap Zorg en Gezondheid om lokaal ‘no regret’ maatregelen te treffen, om de risico’s voor de volksgezondheid te beperken.
Vlaanderen zal op basis van de aangevulde inventaris en de risico-inschatting de bodemonderzoeken en analyses verder organiseren. De nodige maatregelen zullen genomen worden, indien ze nodig zouden blijken op basis van de onderzoekresultaten en analyses, volgens de instructies van de Vlaamse regering.
De komende maanden zal er klaarheid komen in het PFOS-verhaal, en de problematiek wordt na het politieke zomerreces besproken op de commissie.
Tijdens de gemeenteraad van 31 maart pikte ik in op het interessante punt van Groen rond fietspoolen. Ik zie een grote meerwaarde in dit concept: op een begeleide manier, georganiseerd, naar school fietsen. Hiermee samenhangend wil ik graag mijn voorstel vanuit de vorige legislatuur opnieuw op tafel leggen, die van de fietsbus en bijhorende verkeerseducatie. Voor wie het zich niet meer herinnert: een fietsbus is een alternatief voor collectief busvervoer, voor schooluitstapjes in de buurt, als nieuwe vorm van fietspool voor kinderen die niet volledig zelfstandig kunnen fietsen. Je kan het zien als een grote open go-cart, waarin vaste fietsplekken geïnstalleerd staan voor de kinderen en de begeleider. Ze trappen samen, ondersteund door een elektrische hulpmotor naar school. Het gebruik van een fietsbus verhoogt niet alleen de leefbaarheid in de stedelijke (school)omgeving. Het laat de kinderen op een milieubewuste, sociale, actieve en toffe manier kennis maken met alternatief (school)vervoer.
Schepen de Gucht zal dit concept opnieuw bestuderen en daarover terugkoppelen in de commissie. Want 5 jaar geleden konden we in de conclusies van het toenmalige onderzoek lezen dat er heel wat potentieel zit in dit concept. Er zouden subsidiemogelijkheden onderzocht worden, alsook de betrekking van een technische partner. Tot op heden is daar geen zicht over, dus ik hoop dat daar nu verandering in kan komen. Een proefproject met de fietsbus opzetten zou alvast een mooie start zijn in het verhogen van de leefbaarheid in de stedelijke (school)omgevingen.
Wordt vervolgd!
Gemeenteraad 30 maart 2021 – Vraag over het jaagpad in Erembodegem
In 2015 startte De Vlaamse Waterweg nv met de bouw van een nieuwe stuw en sluis aan de Dender. Daarom
werd het jaagpad in Erembodegem afgesloten voor fietsers en wandelaars. De werken zouden twee jaar in
beslag nemen. In de zomer van 2016 werd het jaagpad tijdelijk geopend om daarna weer definitief te sluiten.
Op de signalisatieborden wordt de einddatum telkens keer met een paar maanden verschoven tot we
vandaag de datum van 6 december 2021 lezen.
Via De Vlaamse Waterweg nv vernemen we dat er in 2019 bijkomend bodemonderzoek gedaan werd op de
werf n.a.v. nieuwe richtlijnen van OVAM. Op verschillende plaatsen werden proefsleuven gegraven en daaruit
bleek dat er een niet-schadelijke hoeveelheid asbest aanwezig was in de grond. Deze stof blijkt ook aanwezig
te zijn daar waar het jaagpad ligt en moet dus eerst verwijderd worden.
Aalst en Erembodegem met zijn Masterplan, willen fietsers en wandelaars meer ruimte geven voor veilige
verplaatsingen. Maar al jaren, maar liefst zes jaar, worden fietsers en wandelaars rondgestuurd via de drukke
Brusselse Steenweg. Niet bepaald de meest veilige of aangename route om te volgen en al zeker niet voor
schoolgaande kinderen.
De route langs het jaagpad zou voor heel wat woon/werkverkeer (en buiten de vakantie ook schoolverkeer)
een aangename weg kunnen zijn. Maar dat fiets- en wandelplezier wordt de mensen al zes jaar ontnomen.
Mijn vragen:
– Wat is de status van de asbestverwijdering langs het jaagpad, die in 2019 ontdekt werd?
– Wil de stad De Vlaamse Waterweg wijzen op hun gebrekkige en incoherente communicatie via hun
website en hen vragen om bijvoorbeeld een kwartaalupdate te plaatsen op hun site?
– Roept de stad De Vlaamse Waterweg ter verantwoording voor de enorme vertraging in dit project?
– Kan er bekeken worden om het jaagpad op bepaalde momenten van dit jaar wel al tijdelijk open te
stellen, wanneer dat mogelijk is in de werkplanning van de aannemer?
Antwoord van Schepen Verdoodt:
Zoals je inderdaad zegt, is het jaagpad geen eigendom van de stad maar van De Vlaamse Waterweg. Vanuit de stad werd er dan ook met de projectingenieur van DVW contact opgenomen.
De huidige bouwwerken op en langsheen de Dender moeten leiden tot een nieuw stuwsluiscomplex met een nieuwe stuw voor de waterbeheersing, een nieuwe sluis voor de scheepvaart, een vispassage, een fietsbrug en een dienstgebouw. Een deel van de werken omvat ook werken aan het jaagpad.
De Vlaamse Waterweg weet dat het jaagpad voor onze stad een belangrijke fietsverbinding is tussen Aalst en Erembodegem, in samenspraak met de stad werd daarom initieel beslist om het pad zo lang als mogelijk open te houden. Op een bepaald moment moest het echter omwille van de veiligheid volledig afgesloten worden.
Tijdens de uitvoering van de werken bleek er asbest in de ondergrond te zitten en diende een groot netwerk van ondergrondse leidingen herlegd te worden.
Deze werken lieten het vanzelfsprekend niet meer toe om het jaagpad open te houden. De werken liepen heel wat vertraging op, maar ondertussen is het asbest verwijderd, zijn de kabels verlegd en kunnen de noodzakelijke werken om het jaagpad open te stellen verder voorbereid worden.
De ondergrondse leidingen zijn verlegd en het asbest is verwijderd. Het jaagpad kan echter nog niet geopend worden, gezien de beperkte ruimte voor het uitvoeren van de werken aan het nieuwe complex. Het jaagpad zal dan ook gesloten blijven tot de grond- en betonwerken ter hoogte van het stuwsluiscomplex uitgevoerd zijn en de voorbereidingen om het jaagpad opnieuw te openen, afgewerkt zijn.
De Vlaamse Waterweg heeft ons bevestigd dat de opgelopen vertraging in de uitvoering zo veel mogelijk beperkt te houden. Er werd ons gemeld dat 6 december 2021 de uiterste streefdatum voor heropening is.
We nemen zeker de suggestie op om te vragen aan De Vlaamse Waterweg om, wanneer het mogelijk is, het jaagpad open te stellen en hierover duidelijk te communiceren. Ik zal hiervoor zelf het initiatief nemen en contact opnemen met de verantwoordelijken bij De Vlaamse Waterweg.
Volgens de cijfers uit 2019 bedroeg het aantal geregistreerde honden in Aalst ongeveer 20.000. Nagenoeg 1 inwoner op de 4 heeft dus een hond. De cijfers benadrukken het belang van losloopzones. Daarom wil schepen van Dierenwelzijn Caroline De Meerleer (N-VA) de bestaande hondenlosloopweides aantrekkelijker maken en extra mogelijkheden op nieuwe locaties onderzoeken. Silke Van Vaerenbergh (onafhankelijk), al lange tijd pleitbezorger voor een betere aanpak van de losloopzones, vroeg in de gemeenteraad van februari om de losloopzones uit te breiden. Vooral in gebieden waar er een hoge woondichtheid is, zoals in Erembodegem.
Omheinde attractieve groenzones
Hondenlosloopweides zijn omheinde groenzones waar honden, onder het waakzame oog van hun baasjes, in alle veiligheid kunnen rondlopen, spelen en ravotten zonder anderen te hinderen. “Ik bezocht de bestaande hondenlosloopweides en stelde vast dat ze momenteel niet 100% voldoen aan de hedendaagse verwachtingen, zoals beschreven in de brochure van Vlaams Dierenminister Ben Weyts. Deze gids geeft inspiratie om de aantrekkelijkheid van de zones te verhogen voor hond én baasje. Een losloopweide moet uiteindelijk een leuke ontmoetingsplek voor dier én mens zijn”, aldus De Meerleer.
Nieuwe locaties
“Specifiek voor Erembodegem deed ik een aantal suggesties om te onderzoeken: een loopweide in de Gerstjens, en eentje naast het kerkhof of in de buurt van Schotte langs de Kapellekensbaan”, vertelt Van Vaerenbergh. Bij het aanboren van nieuwe locaties moet er met verschillende factoren rekening gehouden worden. “De voorstellen worden onderzocht. Ook zones in natuurgebieden en bosrijke omgevingen worden bekeken. Daarom is een behoefte- en locatieonderzoek op zijn plaats”, besluit De Meerleer.